De aansprakelijkheid van de franchisegever voor een omzetprognose

Is een franchisegever verplicht om een omzetprognose te verstrekken? Is hij aansprakelijk als deze niet wordt gehaald? Hoe zit het met de zorgplicht van de franchisegever? Wat is het verschil tussen een franchisecontract en een licentieovereenkomst? Waarom is dat relevant?

Deze vragen komen allemaal aan de orde in een procedure tussen franchisegever The Company en franchisenemer The Company Shoes Utrecht bij de kantonrechter te Breda (vonnis). De zaak speelt zich af in de schoenenbranche, maar de uitspraak is natuurlijk ook relevant voor franchise in de speelgoedbranche.

Net als veel rechtszaken over franchise, ging het ook in deze zaak om tegenvallende omzet. Maarten Heintges, franchiseadvocaat bij De Gier | Stam & Advocaten, schreef vorige maand nog deze weblog over een ander geschil over dit onderwerp. 

Franchiseovereenkomst vs licentieovereenkomst

Het eerste punt dat bij de rechter aan de orde kwam ging over de kwalificatie van de overeenkomst. Ging het om een franchiseovereenkomst of een licentiecontract?

Bij een franchiseovereenkomst rusten over het algemeen zorgverplichtingen op de franchisegever. Daar is bij een licentieovereenkomst in beginsel geen sprake van. Daarom is het van belang om vast te stellen of in een concreet geval een licentie is afgesproken of dat er sprake is van franchise. De rechtbank geeft aan wat het verschil is.

Over de licentie zegt de rechtbank:

In zijn meest simpele vorm bestaat een licentie uit een verklaring van de kant van de licentiegever dat de licentienemer de omschreven activiteit mag uitvoeren. In de praktijk wordt er meestal een overeenkomst gesloten, waarin de licentiegever en de licentienemer voorwaarden overeenkomen waaronder de licentienemer de verkregen licentie mag exploiteren.

Het kan bijvoorbeeld gaan om een merklicentie, waarbij de licentiegever een andere partij toestaat om zijn merk te gebruiken op een product.

Over franchise stelt de rechtbank:

Een franchise is een methode van zakendoen waarbij een ondernemer (de franchisenemer) een contract sluit met de eigenaar van een handelsnaam (de franchisegever) die de franchisenemer het recht geeft om tegen betaling een zaak met die handelsnaam te exploiteren. Kenmerkend voor een franchisecontract is het gebruik van een herkenbare formule.

Hoe bepaal je dan of er in een concreet geval sprake is van licentie of franchise? Kijk je dan naar wat de titel van het contract is? Nee, zo bevestigt de rechtbank, je moet kijken naar de strekking van de overeenkomst. In dit geval concludeert de rechtbank dat er sprake is van franchise:

De tussen partijen gesloten overeenkomst is ondertekend door The Company Shoes Utrecht als ‘licentie-ondernemer’ en The Company als ‘licentiehouder’. Voornoemde benaming brengt echter nog niet met zich, dat er tussen partijen geen sprake zou zijn van een franchiseovereenkomst. In de tussen partijen gesloten overeenkomst wordt gesproken over het exploiteren van een winkelformule door The Company Shoes Utrecht. Verder worden er over en weer verplichtingen beschreven, zoals de verplichting van The Company Shoes Utrecht om het bedrijf in te richten volgens de huisstijl van The Company Shoes en de geldelijke vergoedingen die The Company Shoes Utrecht voor het gebruik van de formule aan The Company verschuldigd is. Aan de zijde van The Company worden -onder meer- als verplichtingen genoemd, dat The Company of een met haar verbonden vennootschap een winkelruimte aan The Company Shoes Utrecht zal gaan verhuren en dat zij The Company Shoes Utrecht op diverse terreinen zal assisteren. Het voorgaande, in samenhang met de inhoud van de overige bepalingen van de tussen partijen gesloten overeenkomst, leidt tot het oordeel, dat de tussen partijen gesloten overeenkomst heeft te gelden als een franchiseovereenkomst.

Verplichting om omzetprognose te verstrekken?

Een franchisegever is in beginsel niet verplicht om een omzetprognose te verstrekken. De rechtbank verwijst naar vaste rechtspraak:

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak d.d. 25-01-2002 (NJ 2003,31) bepaald, dat uit de redelijkheid en billijkheid in verband met de aard van de franchiseovereenkomst niet de algemene regel voortvloeit, dat op de franchisegever een verbintenis rust om de franchisenemer in te lichten omtrent de te verwachten omzet of omtrent de winstverwachting. Bijzondere omstandigheden kunnen een zodanige verbintenis wel meebrengen, maar het bestaan van zodanige omstandigheden in het onderhavige geval zijn niet, althans onvoldoende gesteld of gebleken.

Moet de franchisegever instaan voor een afgegeven omzetprognose?

In principe moet een franchisegever instaan voor de juistheid van de gegevens. Dat wil niet zeggen dat de franchisegever meteen aansprakelijk is al de prognose niet wordt gehaald. Dat is immers ook afhankelijk van – onder meer – de inspanningen van de franchisenemer. De franchisegever is wel aansprakelijk als hij onjuiste gegevens verstrekt.

Daarover stelt de rechtbank:

Verder is het volgens vaste jurisprudentie zo, dat indien de franchisegever gegevens aan de franchisenemer verstrekt, eerstgenoemde in dient te staan voor de juistheid van die gegevens. Het voorgaande brengt met zich, dat een franchisegever door de franchisenemer aansprakelijk kan worden gehouden voor onjuist geprognosticeerde gegevens, indien de prognose is gebaseerd op verkeerde uitgangspunten en is voorbijgegaan aan negatieve effecten die bij de prognose hadden moeten worden betrokken, terwijl de franchisenemer op grond van de gedragingen en mededelingen van de franchisegever hiermee geen rekening hoefde te houden of anderszins erop bedacht moest zijn, dat de prognose niet realistisch was. Hierbij heeft te gelden dat het enkele feit, dat het resultaat lager is dan door de franchisegever is geprognosticeerd niet -zonder meer- meebrengt, dat de prognose ondeugdelijk is. Immers, de mate waarin een prognose kan worden gerealiseerd is mede afhankelijk van een aantal concrete omstandigheden die vooraf slechts veronderstellenderwijs zijn te bepalen en is mede afhankelijk van de niet (steeds) vooraf te taxeren kwaliteiten en inspanningen van de franchisenemer.

Zorgplicht van de franchisegever als de omzetprognose niet wordt gehaald

Verder is van belang dat er op de franchisegever een zorgplicht rust om advies en bijstand te verlenen aan de franchisenemer als de prognose niet wordt gehaald. Doet hij dat niet, dan volgt er aansprakelijkheid. De rechter overweegt als volgt:

De zorgplicht van de franchisegever zoals die voortvloeit uit de franchiseovereenkomst brengt -gelet op de bestaande jurisprudentie- mee, dat indien de geprognosticeerde omzet niet wordt gehaald door de franchisenemer, de franchisegever de verplichting heeft de franchisenemer advies en bijstand te verlenen, teneinde te komen tot een situatie die recht doet aan de franchiseovereenkomst, te weten een overeenkomst waarbij zowel de franchisegever als de franchisenemer profijt hebben.

Uitkomst van de zaak tussen The Company en The Company Shoes Utrecht

Er werd door de rechtbank nog geen eindbeslissing gegeven in deze zaak. Partijen twisten nog over een aantal punten. Zo stelt de franchisenemer dat de franchisegever een omzetprognose en een accountantsrapport heeft afgegeven. De franchisegever ontkent dit echter. Volgens de franchisegever zijn die prognose en het rapport juist in opdracht van de franchisenemer opgesteld. Wel heeft de rechtbank al geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat The Company tekort is geschoten in haar zorgplicht om met advies en bijstand te komen na de tegenvallende omzet.

Nu moet worden uitgezocht: (1) wie de prognose en het accountantsrapport heeft laten opstellen en (2) of die prognose dan onjuist was. De rechtbank heeft bepaald dat er een zitting komt waarbij beide partijen moeten verschijnen. Misschien dat een onderlinge regeling kan worden bereikt. Als dat niet gebeurt, dan zal The Company Shoes Utrecht worden verplicht om met bewijs te komen over de herkomst van de cijfers. Daarna zal wellicht een deskundige zich moeten uitlaten over de juistheid van de cijfers.

Lees hier de hele uitspraak (Rechtbank Den Bosch, sector kanton d.d. 21-12-2011).

Over evertvangelderen

Advocaat & Partner bij Clairfort Advocaten. Specialist in het intellectuele eigendomsrecht.
Dit bericht is geplaatst in Franchise & Distributie en getagd, , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *